Colosseum
Het bekendste amfitheater is het Amphitheatrum Flavium, of ook wel beter bekend onder de naam Colosseum. Colosseum is hoogstwaarschijnlijk afgeleid van de colossus, het reusachtige beeld van keizer Nero, dat dichtbij dit theater stond opgesteld. De bouw van dit amfitheater werd volledig votooid in 80 n. Chr. Het gebouw zelf telde 80 ingangen en 50 000 toeschouwers konden er destijds plaatsnemen. De keizer, de persoon die de spelen organiseerde, had een aparte ruimte of loge. Vier verdiepingen waren er in totaal. De eerste drie verdiepingen hadden bogen. De vierde niet en die werd gereserveerd voor vrouwen, zodat zij niet te veel bloed zouden zien. Volgens Romeinse mannen was dit niet goed voor hen. Op de derde verdieping zetelden slaven. De eerste twee verdiepingen waren voor de belangrijkste personen uit de stad. 
In het begin had het Colosseum nog geen kelder en kon de zandvlakte nog volledig onder water worden gezet. Op die manier kon men een soort van zeeslag of naumachia naspelen. Later werd er wel een kelder onder het Colosseum gegraven. De kelder was een doordacht netwerk van gangen en kooien. Deze kooien dienden voor de wilde dieren die de Romeinen hadden meegebracht van hun veroveringen uit verre, exotische landen. Om deze dieren in de arena te krijgen, veranderde men de zandvlakte in een plankenvloer, bedekt met zand. In de plankenvloer voorzag men luiken, waaruit de dieren door middel van een lift werden opgehesen.